Monday, June 20, 2016

NRC journalist benoemt de essentie van het Ethiopië - Eritrea conflict


Door de jaren heen heb ik me noodgedwongen ontwikkeld tot een soort van media-criticus(volgens NRC-Handelsblad). Vooral over sensationele berichtgevingen inzake Eritrea. Mijn kritiek en van velen anderen richting de traditionele media was simpel van aard. Meet met gelijke maten en voorkom vooringenomenheid door niet activistisch journalistiek te bedrijven. Althans pretendeer op zijn minst niet een informatief stuk te hebben geschreven maar eentje die gericht is op Kamervragen en sensatie (Blendle scores).

Het is een verademing wanneer een journalist een poging doet tot droog verslag van feiten zonder allerlei waardeoorden. Tegenwoordig is dit hoogst uitzonderlijk, zo uitzonderlijk dat ik er een blog aan wijd.

NRC journalist Koert Lindijer heeft een stuk geschreven wat de essentie van het conflict tussen Eritrea en Ethiopië. Dit is wat wij binnen de Eritrese gemeenschap al meer dan 10 jaar roepen, maar wanneer wij het benoemen worden wij weggezet als "aanhangers van het regime in Asmara", zo hoeven journalisten niet in te gaan op onze argumenten. Op die manier wordt het publiek ook duidelijk gemaakt dat genuanceerde mening over Eritrea niet mogelijk is. 

Hij heeft mij verrast omdat tot nu toe niemand binnen de Nederlandse media heeft durven te benoemen dat "Ethiopië, met instemming van Washington, Eritrese grondgebieden bezet" en dat dit komt omdat "Ethiopië als de tragische partner is verkozen in de regio tegen het terrorisme."




Lees hier het artikel:

Grensconflict Ethiopië en Eritrea laait weer op
. De oude vijanden Ethiopië en Eritrea namen elkaar deze week stevig onder vuur. Het waren de zwaarste gevechten in 16 jaar. De stabiliteit in de regio wordt er ernstig door bedreigd. 




Koert Lindijer 16 juni 2016


Het al jaren slepende grensconflict tussen Eritrea en Ethiopië is deze week weer opgelaaid. Eritrea spreekt over 200 gedode Ethiopische soldaten door gevechten bij het grensstadje Tserona, Ethiopië heeft het over zware verliezen aan Eritrese kant. De gevechten zouden inmiddels zijn gestopt en beide partijen voeren versterkingen aan. Omdat internationale druk uitbleef op Ethiopië om het in 2002 bij het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag uitgesproken vonnis ten gunste van Eritrea uit te voeren, is de situatie in de Hoorn van Afrika explosief gebleven.



De strijd in het weekend was de zwaarste sinds de oorlog in 1998 uitbrak. Tussen 1998 en 2000 beukten honderdduizenden soldaten in op elkaars stellingen in het onherbergzame landschap van het grensgebied, met taferelen die deden denken aan de ouderwetse loopgravenoorlog in Europa. Net als in de Eerste Wereldoorlog werden de soldaten vlees voor de kanonnen: vermoedelijk vielen er tegen de 100.000 doden in deze grootste conventionele oorlog in onafhankelijk Afrika. 

Ethiopië heeft zich nooit gehouden aan de uitspraak van het Permanente Hof van Arbitrage 

In 2000 maakte het vredesverdrag van Algiers een einde aan de gevechten. Beide landen bleven zich sindsdien echter als aartsvijanden opstellen. Eritrea en Ethiopië besloten in het vredesverdrag hun geschil voor te leggen aan een onafhankelijke commissie van het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag en deden de belofte haar uitspraak te zullen accepteren. Maar toen de commissie in april 2002 haar oordeel velde, kon Ethiopië daar niet mee leven. De controverse over de 1.000 kilometer lange grens spitst zich toe op het 3500 inwoners tellende Badme. In dit door Ethiopië bestuurde grensstadje begon in mei 1998 de oorlog met een aanval van Eritrese troepen. 

                              AU Chair express worry over Ethiopia-Eritrea border tensions


De internationale grenscommissie wees de vlaktes rond Badme toe aan Ethiopië, maar het stadje zelf moest Eritrees worden. Dit besluit heeft Ethiopië met heimelijke instemming van bondgenoot Washington nooit uitgevoerd. Want Amerika verkoos Ethiopië als strategische partner in de Hoorn van Afrika bij de strijd tegen het terrorisme, vooral wegens de rol die het Ethiopische leger speelt in buurland Somalië tegen de terreurgroep Al Shabaab. 
Onduidelijk is wie dit keer de strijd is begonnen. Mogelijk betrof het een wraakactie van Ethiopië wegens steun van Eritrea aan de Ethiopische verzetsgroep Ginbot, die vorige maand een aanslag uitvoerde in Zuid-Ethiopië. Wel is duidelijk dat zolang dit grensconflict blijft woeden de strategisch gelegen Hoorn van Afrika geen vrede zal kennen. Oorlogen en politieke instabiliteit in de buurlanden Djibouti, Soedan en Somalië zijn deels een afgeleide van de historische vetes tussen Eritrea en Ethiopië.












   



Monday, June 13, 2016

Ethiopië opent een militaire aanval op Eritrea. Situatie onzeker.




Eritrea is gisterenochtend weer aangevallen door Ethiopië. De situatie lijkt zich vooralsnog alleen aan de grens af te spelen, maar het wordt wel als een serieuze strijd beschouwt. Er is zelfs een persbericht uitgebracht door de Eritrese regering.

Persoonlijk doet het mij denken aan de situatie in maart 2012 toen ik zelf voor een half jaar in Eritrea was. Ook toen was er een open aanval tot wel 50 KM binnen de landgrenzen van Eritrea. Zelden heb ik zo veel onzekerheid en angst in de ogen van mijn landgenoten gezien. De luchtige gesprekken een paar maanden eerder waren compleet veranderd in adviezen en scenario’s hoe dit zou aflopen.

De zaak was zo serieus dat vrienden van mij in Asmara zeiden dat ik beter mijn stage zou onderbreken en de eerste vliegtuig naar Nederland kon pakken. Want de oorlog kon elk moment weer beginnen. Ook bij mij bekroop een gevoel van onbehagen. Het was vooral angst voor wat dit zou betekenen voor de mensen in Eritrea die het al zo zwaar te verduren hadden onder de no-war-no-peace situatie.

Waar ik mij het meeste over verbaasde was dat er ook mensen waren die vonden dat dit maar eens uitgevochten moest worden. Zo zei een jongeman: “Blijkbaar moet er eerst bloed vloeien voordat Ethiopië zich terugtrekt uit Eritrese grondgebieden, dat is nog altijd beter dan 10 jaar in onzekerheid te leven en ons tijd moeten verspillen met het bewaken van grenzen.” Dit was iemand die zelf in National Service zat en dus meteen opgeroepen zou worden bij escalatie.

Niet iedereen was even strijdbaar, er waren ook jongeren die mij vertelden dat ze Eritrea zo snel mogelijk zullen verlaten. Ze vertelden: ”Hoe kunnen we hier blijven terwijl we in een eindeloos conflict zijn beland? Zelfs na een oorlog blijft dit conflict zich doorzetten, dus waarom zou ik gaan vechten.”

De Verenigde Naties en de internationale gemeenschap in zijn algemeen knepen een oogje dicht en leken te zeggen, “Ethiopië doe je ding en doe ons een plezier”. In werkelijkheid zeiden ze dingen als, “beiden landen dienen zich vreedzaam op te stellen en escalatie te voorkomen”. Het is hetzelfde als dat je bij een verkrachting zou zeggen dat de dader en slachtoffer de situatie niet moeten laten escaleren.






Hoe je het went of keert is dit de realiteit tussen Ethiopië en Eritrea. Een situatie waar beiden bevolkingen het slachteroffer van zijn en de zwaarste prijs moeten betalen. De lachende derde zijn de beleidsmakers van de Verenigde Staten die al sinds meer dan 15 jaar op ‘regime change’ aansturen in Eritrea.

Ik schreef afgelopen vrijdag een stuk over het mensenrechtenrapport van de onderzoekscommissie van de VN. Wat zij compleet negeren is de onzekere realiteit tussen Eritrea en Ethiopië. Is het recht op een vreedzaam en veilig leven ook niet een mensenrecht? Want dat wordt Eritreers collectief al meer 15 jaar systematisch ontzegt door het Ethiopisch regime onder toeziend oog van de VS.



Friday, June 10, 2016

Geheimzinnig VN-mensenrechten onderzoek naar Eritrea: Waarom de bezetting van Eritrea niet anders gezien kan worden dan de bezetting van Palestina



Stel je voor dat de VN nu met een rapport zou komen over de mensenrechtensituatie in Palestina. In dit rapport zou het feit dat Palestijnse grondgebieden bezet zijn door Israël en geregeld bombardementen plaatsvinden er niet toe doen, het gaat tevens om democratie in Palestina. Er moeten verkiezingen worden gehouden en de leiders van de Palestijnen hebben waarschijnlijk misdaden tegen hun eigen bevolking gepleegd, omdat ze deze mobiliseren sinds de bezetting door Israël. Zij bewapenen hun volk en betalen hun te weinig. Dit kan gezien worden als een vorm van moderne slavernij tegen hun eigen bevolking. Dat ze zich moeten verdedigen tegen een veel groter macht doet er niet toe. 

Voor al deze bevindingen zijn er 500 anonieme Palestijnse getuigenissen afgegeven. Het gehele rapport is hierop gebaseerd. Wij hebben de Palestijnse autoriteiten wel verzocht om in Palestina onderzoek te doen, maar dit is geweigerd aangezien deze commissie als een politiek wapen wordt gezien voor vijanden van Palestina. Informatie over hoe de anonieme getuigenissen zijn georganiseerd en of hoe hun identiteit is vastgesteld is niet mogelijk wegens mogelijke represailles tegen hun familie in Palestina. Ook zouden deze mensen ook Israëliërs kunnen zijn die Arabisch spreken. Overigens zijn er honderden Palestijnen die openlijk demonstreren en schrijven tegen het bewind in Palestina. Met hun familie gebeurd niks. Wie de anonieme getuigenissen interviewen of welke organisaties hierbij betrokken zijn is ook geheim. Vragen hierover worden niet beantwoord. Het bewind in Palestina heeft tevens spionnen tot in Europa die mogelijk het onderzoek zullen bemoeilijken. Alles is op een clandestiene wijze georganiseerd. Andere getuigenissen die mogelijk met het bewind in Palestina sympathiseren en 45.000 schriftelijke getuigenissen hebben ingeleverd zijn niet relevant. Zij zijn mogelijk gedwongen door het regime in Palestina om dit te schrijven. Zelfs de 800 Palestijnen uit de Diaspora die hebben aangeboden om fysiek in Geneve te verschijnen om te getuigen over de mensenrechtensituatie in Palestina, zelf dat willen wij niet. 'We hebben een aantal telefoons gepleegd met deze mensen maar soms bleek zelfs gefraudeerd te zijn met de namen'. Of het waar is wat wij zeggen als commissie kan niet gecontroleerd worden, want we werken op een clandestiene wijze waarbij alles geheim dient te blijven. 'Op die manier ontkomen wij aan kritiek over het rapport' is de gedachtes achter deze drogredenen.


Rationeel gezien zou je zeggen dat het te belachelijk voor woorden is als dit verhaal over de leiding van de Palestijnen ging. Toch wordt het niet zo gezien wanneer het om Eritrea gaat. De verhoudingen tussen Eritrea en buurland Ethiopië zijn hetzelfde als de verhoudingen tussen Palestina en Israël. Het enige verschil is dat Eritrea sinds 1991 onafhankelijk is en militair beter georganiseerd is dan Palestina. De voorkeursbehandeling en steun die Ethiopië ontvangt van de internationale gemeenschap, ondanks de illegale bezetting van Eritrese grondgebied, is vergelijkbaar met Israël. Hoe Eritrea wordt afgebeeld in de media tegenover Ethiopië. Het boek over het Palestina-Israël conflict van Joris Luyendijk getiteld ‘Het zijn net mensen’ zou zo toegepast kunnen worden voor de situatie tussen Eritrea en Ethiopië. Voor de onrechtvaardige behandeling door de Verenigde Staten en haar bondgenoten jegens Eritrea hoef je niet ver te zoeken. Dankzij WikiLeaks is het duidelijk dat de regime change agenda het einddoel is. Zelfs de sancties tegen Eritrea die sinds 2009 de economische situatie alleen maar verslechteren zijn bedoeld voor regime change. De onrechtvaardige behandeling van Eritrea stapelen zich op en hebben een nieuw dieptepunt bereikt met het pas uitgekomen onderzoeksrapport in opdracht van de VN.

De onderzoekscommissie (COIE) van de VN-mensenrechtenraad heeft afgelopen woensdag verslag gedaan van haar bevindingen over de mensenrechtensituatie in Eritrea. De conclusie is dat volgens deze 3-koppigcommissie de Eritrese regering misdaad tegen de mensheid gepleegd tegen haar eigen bevolking sinds 1991. Oftewel sinds de onafhankelijkheid van Eritrea. Deze bevindingen moeten nog besproken worden door alle leden van de VN-mensenrechtenraad en er moet nog gestemd worden of dit rapport wel wordt aangenomen. Dus het moet nog maar blijken wat de VN vindt.

Wat meteen opvalt is hoe de “kwaliteitskranten” al doen alsof de VN een uitspraak heeft gedaan over Eritrea.
-       NRC Handelsblad: VN: misdaden tegen de menselijkheid in Eritrea
-       De Volkskrant: VN: Eritrea schuldig aan misdaden tegen menselijkheid
-       TROUW: VN: Eritrea schendt al 25 jaar mensenrechten

Verder was het natuurlijk opvallend dat Mike Smith, de voorzitter van de 3 koppig commissie, zei dat alle gemobiliseerde soldaten in Eritrea praktisch als tot slaaf gemaakt gezien kunnen worden. ‘Moderne slavernij’ noemde hij het. Dat zou betekenen dat Eritrea het eerste land is ter wereld die haar ‘slaven’ bewapent, schoolt en gratis medisch verzorgt. Zou het kunnen dat er een groot deel van de mensen in Eritrea geloven in een betere toekomst en daarom voor weinig hard werken om hun land op te bouwen. En dat er ook een deel is die vindt dat het te traag gaat en daarom het land verlaat? Je zou je kunnen afvragen of het beter was als Eritrea zich zou vetmesten met IMF –leningen om vervolgens de volgende generatie Eritreers met een enorme schuld op te zadelen die zij niet kunnen terugbetalen. Het idee achter National Service is juist om uit dit vicieuze cirkel van armoede te ontsnappen en op eigen benen te leren staan. Dus wat is nou werkelijk het idee achter de ‘framing’ van de onderzoekscommissie? Eritrea dat als voorbeeld kan dienen voor andere Afrikaanse landen dat ontwikkeling ook zonder miljarden schuld bij IMF of WorldBank mogelijk is? Dit is helaas de koloniale logica waarmee in het verleden revolutionaire Afrikaanse leiders zijn bestreden en met succes zijn geëlimineerd.

Een half uur later na de presentatie van de COIE gaf de Eritrese regering ook een persconferentie waarin 6 argumenten opgesomd werden tegen het rapport.

  1.  De eenzijdigheid van het rapport, wat gebaseerd is op ongeveer 500 anonieme getuigenissen. Maar ook werd genoemd dat vanuit de Eritrese gemeenschap 42.000 schriftelijke getuigenissen zijn geweigerd en meer dan 800 mensen die fysiek naar Geneva wilden afreizen om te getuigen over de mensenrechtensituatie in Eritrea. Hier zitten ook mensen bij die in Nationale Dienstplicht hebben gezeten, wat door de voorzitter van de commissie ‘moderne slavernij’ werd genoemd. Ook zij werden geweigerd.
  2. Aangevoerde bewijs is onvoldoende en komt niet overeen met de realiteit zoals een onlangs BBC-team aantoonde.
  3. De positieve ontwikkelingen betreft mensenrechten en andere relevante ontwikkelingen in Eritrea werden niet meegewogen in het rapport. 
  4. De illegale bezetting van Eritrea door buurland Ethiopië, sancties tegen Eritrea, gewapende agressie vanuit buurland Ethiopië en het beleid om alle Eritreers politiek asiel te verlenen zijn niet in overweging genomen. 
  5. Het mandaat is overschreden door de commissie: Er werd bij verschillende landen gelobbyd om niet met Eritrea in gesprek te treden omdat Eritrea volgens de commissie “een bedreiging vormt tegen internationale vrede en veiligheid.” 
  6. De beschuldigingen van de commissie jegens Eritrea zijn op geen enkele manier juridisch verdedigbaar. Zij zullen dan ook moeten aantonen dat het om systematisch mensenrechtenschendingen gaat.  


De 47 leden tellende mensenrechtenraad zal over 3 weken stemmen of ze dit rapport zal doorverwijzen naar de Veiligheidsraad. Als het toch de Veiligheidsraad in 2017 haalt dan zal ook moeten blijken of dat de Veiligheidsraad met de conclusies van het rapport instemt.

De clandestiene werkwijze en oncontroleerbaarheid van het rapport zal naar mijn idee voor veel opschudding zorgen. Als schrijver en onderzoeker wil ik vragen kunnen stellen over de betrouwbaarheid van de bronnen en de ‘feiten’ controleren. De situatie binnen de Eritrese diaspora, waar het onderzoek op steunt, is namelijk behoorlijk gepolitiseerd. Er zijn Eritreers die openlijk met Ethiopië sympathiseren of duidelijk politiek belang hebben om deze zaak naar het ICC te krijgen, die zich hebben voorgedaan als ‘getuige’. Ook de Verenigde Staten en haar bondgenoten hebben openlijk voor ‘regime change’ gepleit en de conclusies van het rapport zal zonder twijfel als middel worden ingezet voor ‘regime change’. Juist daarom zou dit rapport goed onder de loep genomen moeten worden.

Met al deze informatie in het achterhoofd is het dan ook niet raar dat de Eritrese regering de uitkomsten van het onderzoeksrapport ‘lachwekkend’ noemt. Want wie zou het nou niet lachwekkend vinden als er werd opgeroepen om Palestijnse leiders voor het ICC te dagen terwijl ze volop in strijd zijn tegen de bezetting van Palestina door Israël. Uiteraard een heel cynische lach van onmacht.